  |
 |
 |
||
  |
 |
|||
 |
 |
|||
 |
 |
|||
 |
| |
|
|
||
| |
|
|||
| |
|
|||
|
|
|
|||
|
|
| Doel | |
Het
ontwikkelen van gewenst gedrag of het opruimen van blokkades in de persoonlijke
ontwikkeling. |
|
| Oriënterend gesprek | |
|
In
een oriënterend gesprek stellen cliënt en coach vast welke
veranderingen worden nagestreefd. Tevens wegen zij af of die veranderingen
met de aangeboden werkwijze kunnen worden bereikt. Daarnaast is dit
gesprek bedoeld om na te gaan of cliënt en coach vertrouwen hebben
in elkaar. Het gesprek eindigt met het formuleren van één
of meer globale doelen. Deze worden in het coaching traject nader geconcretiseerd. |
|
| Het traject | |
Het coaching traject begint
met een onderzoek naar het ontstaan van overtuigingen en patronen, die
het huidige gedrag bepalen. De cliënt zal ontdekken dat deze ooit
effectief waren, maar dat zij nu onbewust doorwerken in zijn/haar gedrag
met alle negatieve gevolgen van dien. Vanuit zo’n besef kan de
cliënt nieuwe beslissingen nemen en het door hem/haar gewenste
gedrag ontwikkelen. |
 |
 |
 |
|
 |
|
 |
|
 |
|
 |
|
 |
|